Plassen is een basisrecht. Nee, een basisdwang – dat weet iedereen die al heeft zitten schuiven op het puntje van zijn stoel in een donkere cinemazaal. Ikzelf heb zo destijds het einde van Titanic gemist, tot ongenoegen van de vele koppeltjes die geen sorry wilden horen bij het passeren.
Ik denk dat het met al dat water was. Later hoorde ik *SPOILER* dat Jack doodgevroren was en speet het mij dat ik daar niet was bijgeweest.
Soit. In de bioscoop moet je betalen om te zitten op warme WC-brillen in een air van tweedehandse lucht en verstikkende deodorants. Van horen zeggen is dat illegaal, maar we hebben respect en vijftig cent voor een geblondeerde dame wiens leven bestaat uit zeepjes, accidentjes en natte vloeren. En de hele tijd gewoon achter een wit tafeltje zitten, blijkbaar. Maak het eens mee om geen wisselgeld op zak te hebben, dan mág je helemaal niet plassen. Zeg dat maar tegen je blaas: “Niet nu!”. Aanschouw dan zelf in hoeverre die tot rede vatbaar is.
Smeken om te plassen is een dieptepunt voor elke vrouw. Mannen gaan lekker wildplassen. Maar voor een vrouw is wildplassen hetzelfde als een openbaar gyneacologisch onderzoek. Het moet dus stiekem, daar in donkere hoekjes waar aanvallers en schurken loeren. Een vrouw met haar rits in de aanslag, zoekend naar een net en privaat plekje.
Wat moet ze anders doen?
In café’s moet ze iets drinken om er te mogen plassen, wat ironisch is want ze is er nu net om zich te ledigen – dat is gewoon het probleem in stand houden. Openbare toiletten in tankstations, luchthavens en cinema’s zijn een verschrikking waar drie lagen papier op de bril niet volstaan om haar van de nakende herpes te beschermen. En ze moet er nog voor betalen ook. Om maar te zwijgen over de lange wachtrijen waar uitzonderingen niet gelden want eerlijk is eerlijk. In winkels wordt ze afgewimpeld als een zwerver, zelfs wanneer ze zwaait met een tampon. Hoe dúrft ze moeten plassen in ons deftig etablissement. Het léf om een biologische drang te hebben.
Ondertussen traint ze wel haar bekkenbodemspieren en dat is altijd nuttig, zo las ik in een brochure.
De enige gratis toiletten blijken hun geld waard. Groene plastic monsters waarin ze wel degelijk toiletpapier vindt – ofwel doorzichtig op de vloer ofwel in dat vervloekte (verdacht natte) pissijntje.
Ze kan anders ook even naar Amsterdam gaan, waar speciale openbare toiletten gebouwd zijn met een leuk winkeltje eraan, en een leuke toiletdame. Leuk is het kernwoord. Het zijn kraaknette, oerfrisse dromen van toiletten badend in een fontein van wit licht en ontroerende opluchting.
In België blijf ik ondertussen dromen. Ook van beter weer trouwens. Maar mooie en vooral véle toiletten, dat zou mijn zonnetje al doen schijnen.
Comments (2)